Op zoek naar Sherry en Manzanilla...
Door: Kelly
Blijf op de hoogte en volg dokel
03 Juni 2014 | Spanje, Cádiz
Vandaag rond half tien uit Sevilla vertrokken richting Cádiz. Wat zijn de landschappen hier mooi! Velden vol zonnebloemen zover als het oog reikt, afgewisseld met velden vol olijfgaarden. Een waar plezier om hier te rijden! We gingen eerst naar Jerez de la Frontera dat bekend staat als bakermat van de Sherry (een drank waar we trouwens niet zo veel van af weten). Een heel mooi en gezellig stadje. Na even te hebben rondgewandeld moest ik nu toch zelf ook eens even proeven over wat het hier allemaal gaat en hebben we ons op een terrasje getrakteerd op een Fino. Persoonlijk vind ik dat het het midden houdt tussen een witte wijn en een witte porto. Niet meteen mijn ding, maar zoals gezegd, ben ik dan ook zeker geen kenner! So please forgive me! Daarna zijn we verder gereden naar Sanlucar de Barrameda. Al in de tijd van het Spaanse kolonialisme een belangrijk havenstadje. Aangezien het hier echter echt ontzettend druk was en we eigenlijk nog de kustlijn tot in Cádiz wilden volgen, zijn we hier maar gelijk weer doorgereden. Enfin, zoals gezegd was het dus inderdaad de bedoeling om de kustlijn te volgen zodat we hier en daar, waar we een mooi baaitje zagen even naar het strand konden. Maar wat was dat zeg! Eerst reden we door een beetje industrieel-landbouwachtig gebied, niet echt mooi. Vervolgens zagen we de zee wel, maar konden we er niet geraken. Uiteindelijk hadden we dan toch een weg richting zee gevonden. Wij deze netjes gevolgd, komen we ineens, ik zweer het jullie, in een heuse spookstad. Op de GPS weergegeven als één grote witte blinde vlek. Er was een parking aangelegd, groot genoeg om heel Antwerpen van parking te voorzien. Er stonden appartementen en huisjes genoeg voor een hele stad, maar geen enkele beweging te zien. HELEMAAL niets of niemand. Niets was bewoond. Overal bordjes se alquile of se vende. Ineens hield ook de weg op. Dus hebben we toch maar besloten om daar de zee niet verder op te zoeken, en maar gewoon ineens door te rijden naar Cádiz. Cádiz is een schiereiland en heeft eigenlijk een hele vreemde configuratie. We konden er niet meteen goed aan uit. We moesten over een brug zodat het leek alsof het een heus eiland was. We kwamen dus aan en wisten eigenlijk al niet goed waar we precies zaten. Omdat het al vrij laat was, hebben we dan maar het eerste het beste hotelletje genomen dat we tegenkwamen (hotel Regio II). Bleek dat Cádiz een behoorlijk grote stad was, industrieel en economisch vrij belangrijk voor Andalusië. Wij zaten in het nieuwe gedeelte, op een kwartier stappen van het oude gedeelte. Dus dat viel nog goed mee! Bovendien moesten we voor naar het strand te gaan, de weg maar oversteken. Ideaal! Dus hebben we nog een paar uurtjes op het strand gelegen (niet bijzonder mooi en al helemaal niet fijn om te zwemmen wegens veel stenen in het water en behoorlijk sterke stroming), hebben we een doucheke gepakt en zijn we naar de oude stad gewandeld. Heel bijzonder sfeertje hoor daar in Cádiz. Kan het niet goed uitleggen. Ook behoorlijk druk en redelijk toeristisch (alhoewel je daar eigenlijk niet zo veel van merkt). Lekkere tapas gegeten en langs het strand weer teruggewandeld. Vanuit het nieuwe deel waar wij zaten, heb je een ontzettend mooi uitzicht op het oude deel; vooral 's avonds als de kathedraal en andere gebouwen mooi uitgelicht zijn.